De uitdaging: het beklimmen van de imposante bergreus Manaslu (8163 m, Nepal)
door Menno Boermans, Miriam Knepper, Katja Staartjes, Niels van Veen en Henk Wesselius.
Door: Menno
We zijn weer terug in Kathmandu, de hoofdstad van Nepal. Terug in de drukte, terug in de viezigheid, maar ook terug in een relatief luxe wereld met bijbehorende hapjes en drankjes. De trektocht, van het basiskamp naar het dorp Arughat Bazar, was een prachtige ervaring. Bijna een week vertoefden we in een uniek stukje Nepal. In een authentiek landschap ontmoetten we de oorspronkelijke bevolking met de kenmerkende oprechte vriendelijkheid.
We begonnen met de afdaling naar Samagaon, het dorpje in het dal pal onder het basiskamp. Na meer dan vier weken sneeuw en ijs, liepen we stap voor stap een wereld van groen en warmte in. Daarna volgden vier dagmarsen variërend van zes tot tien uur, die ons door een willekeur aan landschappen voerden. Hoogvlakten, jungle, smalle kloven, rijstvelden, rododendronbossen, modderpaadjes, stofweggetjes, weilanden. Constant de rivier Burhi Gandaki volgend. Met het uur steeg de temparatuur: liters zweet hebben we achtergelaten. Maar de wetenschap dat we alleen maar naar beneden hoefden hield ons op de been. Via de dorpjes Lho, Deng en Maccha Khola bereiken we Arket. Daar stapten we in een jeep en via glibberige modderpaadjes reden we naar Arughat Bazar. Naarmate de bergen meer heuvels werden zagen we de koppen van de mensen onderweg langzaam van Tibetaans naar Nepalees veranderen. En dieren zagen we ook in vele soorten. Yaks, paarden, zwart-witte koeien, geiten, ezels, krekels, kippen, met kuikens, eenden, honden, jonge poesjes en minder schattig: vlooien. Allemaal zijn we behoorlijk te grazen genomen door deze kleine rekels. Maar de pijn die ze veroorzaakten valt in het niets bij het leed van Ben, onze Australische vriend. Hij liep bij zijn toppoging op de Manaslu frostbite op aan zijn voet, dacht hij. Strompelend begon hij aan de terugtocht naar de bewoonde wereld. Onderweg troffen we hem regelmatig, dan maakten we een praatje en nam hij een lekker warm voetenbadje. Het leek in het begin allemaal redelijk goed te komen. Meer en meer begon zijn hele voet echter zeer te doen. Rode vlekken tekenden zijn wreef. Misschien gekneusd? Of gebroken? Op de etappes waar het landschap het toeliet huurde Ben een paard in om hem te vervoeren, zoveel pijn deed het inmiddels. En dat hij geen zeur is blijkt in Kathmandu: volgens de arts was frostbite niet zozeer het probleem, maar is er op de berg trombose in zijn been opgetreden (door een combinatie van de hoogte en vochttekort wordt bloed dikker) met als gevolg dat de bloedcirculatie in zijn voet geblokkeerd is geraakt. In werkelijkheid was zijn voet inmiddels aan het afsterven. Als hij een paar dagen later zich in het ziekenhuis had gemeld, was amputatie waarschijnlijk de enige optie geweest… Dit voorval helpt ons bij het op waarde schatten van onze kater. Nog makkelijker wordt het relativeren van de niet gehaalde top, als we horen dat op de Annapurna Inaci Ochoa om het leven is gekomen. Katja en Henk kennen deze Spaanse klimmer van vorige expedities. Hij arriveerde op 19 mei in het hoogste kamp met bevriezingsverschijnselen en kreeg daarna ernstige hoogteziekte (hersenoedeem). Hevige sneeuwval sloten hem en zijn maat vervolgens op in het hoogste kamp en zijn wens om op de top van zijn dertiende achtduizender te staan, heeft hij met de hoogst denkbare prijs moeten betalen.
De teleurstelling van het net niet halen van de top van Manaslu is nog steeds groot, maar die hoge prijs van het leven is het allemaal niet waard. Overigens is het gesprek over de behaalde top van de Manaslu ook nog niet afgerond: naar nu blijkt hebben de vijf klimmers die zo hoog op de berg kwamen de echte top niet gehaald. Wel bijna, maar niet helemaal. Allen zijn ze circa dertig meter onder de echte ‘rocky’ summit omgedraaid. Het hoogste punt van Manaslu is dus onbeklommen gebleven in het voorjaar van 2008.
Terug naar onze tocht naar de bewoonde wereld. Aangekomen in Arughat Bazar op 500 meter hoogte kunnen we ons neer laten ploffen in het warme gras. Het zit erop. We hoeven geen meter meer te lopen. De expeditie is nu echt afgelopen. Het was een enerverende belevenis met veel intense momenten. Veel lol hebben we gehad, ontzettend veel lol. De top is helaas niet gehaald, maar we staan nog steeds achter het besluit om af te dalen en geen tweede poging te wagen. In tegenstelling tot een behoorlijk aantal andere klimmers zijn wij gezond en heel teruggekeerd (hierbij beschouwen we de kuit van Henk en de knie van Miriam even als ‘minor problems’).
Als we proosten met een cola en biertje barst een onweersbui los. De Manaslu hebben we niet meer kunnen aanschouwen sinds ons vertrek de 18e uit het basiskamp. De ‘ziel van de Himalaya’ houdt zich al een week schuil achter de wolken van de intrekkende moesson. Het is mooi geweest…
P.S. Op 30 mei arriveren we weer in Nederland. Katja schrijft na terugkomst nog een afsluitend stuk op deze site.
Bekijk de foto's