De uitdaging: het beklimmen van de imposante bergreus Manaslu (8163 m, Nepal)
door Menno Boermans, Miriam Knepper, Katja Staartjes, Niels van Veen en Henk Wesselius.
Door: Katja
Vrijdagmiddag 30 mei juni landden wij op Schiphol. Een overdaad aan zuurstof en het welkom door intimi maakten dat dit voelde als een warme douche. We zijn terug van de Manaslu. Weliswaar zonder top (en dus enigszins teleurgesteld), maar gezond en wel. En dat is veel waard! Ook is de 7700 meter die we bereikten wel degelijk van waarde: nooit kwam een Nederlander hoger op deze berg. Maar misschien nog veel belangrijker, is de ervaring die we rijker zijn geworden.
Niemand neemt ons af wat we de afgelopen tien weken samen beleefden. Via onze verhalen en de foto’s hebben we geprobeerd jullie hiervan een beetje deelgenoot te maken.
‘Geacclimatiseerd op zeeniveau’ zijn we nog niet volledig en het was even wennen aan de files waarin we onvermijdelijk terecht kwamen. Vooralsnog is het vooral genieten van alle luxe: de douche, de krant, de overdaad aan zuurstof en het heerlijke eten. Thuis of bij familie. Menno verhuist volgende week namelijk naar Zwitserland waar hij in Wallis een nieuw leven begint. Henk, Niels en Miriam pakken de draad van hun werk direct weer op. En ik ga op zoek naar een nieuwe interim-opdracht en me verder beraden over de invulling van mijn werk voor de komende jaren.
Het project van deze expeditie is in ieder geval ten einde. Het was een intensieve tijd. Wij danken alle partners en sponsors voor het vertrouwen, de samenwerking en de daadwerkelijke ondersteuning. Zonder partners en sponsors geen expeditie!
Tot slot dank aan jullie, de lezers van deze site, voor de interesse en persoonlijke woorden via het gastenboek en/of de mail! Voor ons was dat de slagroom op de taart.
Hartelijke groet,
Miriam, Menno, Niels, Henk en Katja
Door: Menno
We zijn weer terug in Kathmandu, de hoofdstad van Nepal. Terug in de drukte, terug in de viezigheid, maar ook terug in een relatief luxe wereld met bijbehorende hapjes en drankjes. De trektocht, van het basiskamp naar het dorp Arughat Bazar, was een prachtige ervaring. Bijna een week vertoefden we in een uniek stukje Nepal. In een authentiek landschap ontmoetten we de oorspronkelijke bevolking met de kenmerkende oprechte vriendelijkheid.
We begonnen met de afdaling naar Samagaon, het dorpje in het dal pal onder het basiskamp. Na meer dan vier weken sneeuw en ijs, liepen we stap voor stap een wereld van groen en warmte in. Daarna volgden vier dagmarsen variërend van zes tot tien uur, die ons door een willekeur aan landschappen voerden. Hoogvlakten, jungle, smalle kloven, rijstvelden, rododendronbossen, modderpaadjes, stofweggetjes, weilanden. Constant de rivier Burhi Gandaki volgend. Met het uur steeg de temparatuur: liters zweet hebben we achtergelaten. Maar de wetenschap dat we alleen maar naar beneden hoefden hield ons op de been. Via de dorpjes Lho, Deng en Maccha Khola bereiken we Arket. Daar stapten we in een jeep en via glibberige modderpaadjes reden we naar Arughat Bazar. Naarmate de bergen meer heuvels werden zagen we de koppen van de mensen onderweg langzaam van Tibetaans naar Nepalees veranderen. En dieren zagen we ook in vele soorten. Yaks, paarden, zwart-witte koeien, geiten, ezels, krekels, kippen, met kuikens, eenden, honden, jonge poesjes en minder schattig: vlooien. Allemaal zijn we behoorlijk te grazen genomen door deze kleine rekels. Maar de pijn die ze veroorzaakten valt in het niets bij het leed van Ben, onze Australische vriend. Hij liep bij zijn toppoging op de Manaslu frostbite op aan zijn voet, dacht hij. Strompelend begon hij aan de terugtocht naar de bewoonde wereld. Onderweg troffen we hem regelmatig, dan maakten we een praatje en nam hij een lekker warm voetenbadje. Het leek in het begin allemaal redelijk goed te komen. Meer en meer begon zijn hele voet echter zeer te doen. Rode vlekken tekenden zijn wreef. Misschien gekneusd? Of gebroken? Op de etappes waar het landschap het toeliet huurde Ben een paard in om hem te vervoeren, zoveel pijn deed het inmiddels. En dat hij geen zeur is blijkt in Kathmandu: volgens de arts was frostbite niet zozeer het probleem, maar is er op de berg trombose in zijn been opgetreden (door een combinatie van de hoogte en vochttekort wordt bloed dikker) met als gevolg dat de bloedcirculatie in zijn voet geblokkeerd is geraakt. In werkelijkheid was zijn voet inmiddels aan het afsterven. Als hij een paar dagen later zich in het ziekenhuis had gemeld, was amputatie waarschijnlijk de enige optie geweest… Dit voorval helpt ons bij het op waarde schatten van onze kater. Nog makkelijker wordt het relativeren van de niet gehaalde top, als we horen dat op de Annapurna Inaci Ochoa om het leven is gekomen. Katja en Henk kennen deze Spaanse klimmer van vorige expedities. Hij arriveerde op 19 mei in het hoogste kamp met bevriezingsverschijnselen en kreeg daarna ernstige hoogteziekte (hersenoedeem). Hevige sneeuwval sloten hem en zijn maat vervolgens op in het hoogste kamp en zijn wens om op de top van zijn dertiende achtduizender te staan, heeft hij met de hoogst denkbare prijs moeten betalen.
De teleurstelling van het net niet halen van de top van Manaslu is nog steeds groot, maar die hoge prijs van het leven is het allemaal niet waard. Overigens is het gesprek over de behaalde top van de Manaslu ook nog niet afgerond: naar nu blijkt hebben de vijf klimmers die zo hoog op de berg kwamen de echte top niet gehaald. Wel bijna, maar niet helemaal. Allen zijn ze circa dertig meter onder de echte ‘rocky’ summit omgedraaid. Het hoogste punt van Manaslu is dus onbeklommen gebleven in het voorjaar van 2008.
Terug naar onze tocht naar de bewoonde wereld. Aangekomen in Arughat Bazar op 500 meter hoogte kunnen we ons neer laten ploffen in het warme gras. Het zit erop. We hoeven geen meter meer te lopen. De expeditie is nu echt afgelopen. Het was een enerverende belevenis met veel intense momenten. Veel lol hebben we gehad, ontzettend veel lol. De top is helaas niet gehaald, maar we staan nog steeds achter het besluit om af te dalen en geen tweede poging te wagen. In tegenstelling tot een behoorlijk aantal andere klimmers zijn wij gezond en heel teruggekeerd (hierbij beschouwen we de kuit van Henk en de knie van Miriam even als ‘minor problems’).
Als we proosten met een cola en biertje barst een onweersbui los. De Manaslu hebben we niet meer kunnen aanschouwen sinds ons vertrek de 18e uit het basiskamp. De ‘ziel van de Himalaya’ houdt zich al een week schuil achter de wolken van de intrekkende moesson. Het is mooi geweest…
P.S. Op 30 mei arriveren we weer in Nederland. Katja schrijft na terugkomst nog een afsluitend stuk op deze site.
Bekijk de foto's
Door: Menno
Precies op 17 mei pakken we onze tonnen in. Op 17 april pakten we ze uit. Een maand leefden we op de gletsjer; hadden we ons huis op Mont Blanc hoogte. Nu is het over, en gaan we terug naar de bewoonde wereld.
Zoals Katja gisteren beschreef is het accepteren van de aftocht niet zonder
slag of stoot gegaan. Maar na sneeuw komt altijd zonneschijn. Reden genoeg
om de champagnefles, die eigenlijk bedoeld was voor het vieren van een
succesvolle topbeklimming, toch open te trekken. Met een plastic beker
bubbelwijn in de hand toosten we met elkaar op onze vriendschap. Gezien de
vele kwetsures waarmee andere alpinisten naar beneden komen mogen we ons
gelukkig prijzen, dat wij alle vingers en tenen nog hebben. De spelletjes
komen nog een keer op tafel en Lobsang bakt in zijn provisorische keuken een
prachtige chocoladetaart. Als ludieke afsluiting spelen we op een topje van
een berg een potje badminton. Daarna duikt iedereen zijn tent in om alle
spullen bij elkaar te zoeken. Kleding 'van boven' wordt te drogen gehangen,
onderbroeken worden gewassen, korte broeken worden tevoorschijn gehaald en
het overgebleven voedsel wordt verdeeld onder de dragers. Tenslotte wordt al
het expeditiemateriaal (tenten, klimspullen, kookgerei,
communicatie-apparatuur, zonnecellen, medicijnen, etc) uitgezocht. Alles
moet netjes in tonnen van maximaal 25 kilo. Morgen dalen we samen met de
dragers af naar Samagaon en de dag erna vertrekken wij gevijven met Lobsang
en Nuru te voet richting Arughat Bazar. Na vier dagen hopen we daar onze
voeten rust te kunnen geven in een van de warme bronnen. Uiteraard gevolgd
door welverdiende hapjes en drankjes.
Bekijk de foto's