De uitdaging: het beklimmen van de imposante bergreus Manaslu (8163 m, Nepal)
door Menno Boermans, Miriam Knepper, Katja Staartjes, Niels van Veen en Henk Wesselius.
Door: Menno
Precies op 17 mei pakken we onze tonnen in. Op 17 april pakten we ze uit. Een maand leefden we op de gletsjer; hadden we ons huis op Mont Blanc hoogte. Nu is het over, en gaan we terug naar de bewoonde wereld.
Zoals Katja gisteren beschreef is het accepteren van de aftocht niet zonder
slag of stoot gegaan. Maar na sneeuw komt altijd zonneschijn. Reden genoeg
om de champagnefles, die eigenlijk bedoeld was voor het vieren van een
succesvolle topbeklimming, toch open te trekken. Met een plastic beker
bubbelwijn in de hand toosten we met elkaar op onze vriendschap. Gezien de
vele kwetsures waarmee andere alpinisten naar beneden komen mogen we ons
gelukkig prijzen, dat wij alle vingers en tenen nog hebben. De spelletjes
komen nog een keer op tafel en Lobsang bakt in zijn provisorische keuken een
prachtige chocoladetaart. Als ludieke afsluiting spelen we op een topje van
een berg een potje badminton. Daarna duikt iedereen zijn tent in om alle
spullen bij elkaar te zoeken. Kleding 'van boven' wordt te drogen gehangen,
onderbroeken worden gewassen, korte broeken worden tevoorschijn gehaald en
het overgebleven voedsel wordt verdeeld onder de dragers. Tenslotte wordt al
het expeditiemateriaal (tenten, klimspullen, kookgerei,
communicatie-apparatuur, zonnecellen, medicijnen, etc) uitgezocht. Alles
moet netjes in tonnen van maximaal 25 kilo. Morgen dalen we samen met de
dragers af naar Samagaon en de dag erna vertrekken wij gevijven met Lobsang
en Nuru te voet richting Arughat Bazar. Na vier dagen hopen we daar onze
voeten rust te kunnen geven in een van de warme bronnen. Uiteraard gevolgd
door welverdiende hapjes en drankjes.
Bekijk de foto's